Jürgen Klopp heeft gesproken over zijn veelbesproken nieuwe baan bij de Red Bull Group – en reageerde kalm op de kritiek
Vanaf 1 januari 2025 gaat Jürgen Klopp aan de slag als “Head of Global Soccer” binnen de Red Bull Group. De 57-jarige verraste velen met dit nieuws een paar weken geleden – en stelde menig voetbalfan teleur, omdat Klopp’s werk en successen bij de traditionele clubs Mainz 05, Borussia Dortmund en Liverpool FC en zijn gedrag buiten het veld eerder synoniem waren geweest met voetbalromantiek.
De voormalige kampioenstrainer van BVB reageerde kalm op kritiek dat Klopp in de toekomst zou werken voor een bedrijf dat voetbal misbruikt voor reclamedoeleinden en de concurrentie vervalst. “Het moet gezegd worden, ik ben nog nooit zo kritisch geweest over het Red Bull-verhaal”, zei hij in de podcast Einfach mal Luppen van de broers Toni en Felix Kroos.
Hij had het met name over de transfers die RB Leipzig de afgelopen jaren had gemaakt. Klopp legde uit dat andere clubs ook spelers hadden kunnen contracteren die belangrijk waren geworden voor de Saksen. Profs als Willi Orban, Kevin Kampl en Yussuf Poulsen zijn nu “absolute clublegendes”. Daarnaast zouden talentvolle spelers als Dayot Upamecano, Ibrahima Konaté en Christopher Nkunku destijds ook beschikbaar zijn geweest voor andere clubs – maar werden uiteindelijk naar RB Leipzig geleid, waar ze werden ontwikkeld en uiteindelijk verkocht. “Dat is gewoon zoals het is”, zei Klopp ter verdediging van de strategie van de Bundesliga-club.
De soms harde kritiek, bijvoorbeeld in het Mainz 05-fanskamp, is hem natuurlijk niet onopgemerkt gebleven. “Ik wilde niemand op de tenen trappen, dat is zeker. En ik hou persoonlijk van al mijn voormalige clubs,” zei Klopp, maar voegde er ook aan toe: ”Ik weet niet precies wat ik had kunnen doen om iedereen gelukkig te maken.”
Desondanks ziet hij zijn baan bij Red Bull nog steeds als een spannende taak: “Het was voor mij altijd duidelijk dat ik niet niets ging doen. En toen kwam het Red Bull-verhaal. Dus voor mij is het uitstekend, moet ik eerlijk zeggen.”
