De Europese voetbalunie (UEFA) heeft acht Europese topclubs, waaronder de Franse titelhouders Paris St Germain en de Italiaanse kampioenen AC Milan, beboet wegens overtreding van de Financial Fair Play-regels (FFP).
De eerste kamer van het orgaan voor financiële controle van clubs (CFCB) heeft vastgesteld dat Milan, stadsrivalen Inter, recordkampioenen Juventus Torino en winnaars van de Conference League AS Roma uit de Italiaanse Serie A, evenals Ligue 1-vertegenwoordigers PSG, AS Monaco en Olympique Marseille en de Turkse topclub Besiktas Istanbul, in de periode 2018 tot en met 2022 niet hebben voldaan aan de zogeheten break-even-regel, wat betekent dat ze meer geld hebben uitgegeven dan ze hebben binnengehaald.
De acht clubs kregen een boete van in totaal 172 miljoen euro, die zal worden ingehouden op hun inkomsten uit deelname aan UEFA-clubcompetities of rechtstreeks zal worden betaald. Slechts 15 procent (in totaal 26 miljoen euro) zal echter onmiddellijk verschuldigd zijn. De resterende 85 procent (146 miljoen euro) is opgeschort. Dit is vier jaar voor Inter Milaan en Roma, en drie jaar voor elk van de andere zes clubs. Paris St. Germain kreeg de hoogste boete: Tien miljoen euro is onmiddellijk opeisbaar, 65 miljoen euro is opgeschort.
Negentien clubs die deelnamen aan de UEFA-competities voor clubelftallen voor 2021/22, waaronder de vertegenwoordigers van de Bundesliga Borussia Dortmund, Union Berlin en VfL Wolfsburg, alsook de grote internationale clubs Manchester City, FC Chelsea en FC Barcelona, voldeden volgens de UEFA alleen “technisch” aan de break-even-eis dankzij de toepassing van de Corona-verlichting in 2020 en 2021 of historisch positieve financiële resultaten.
Vanaf het boekjaar 2023 zijn de COVID-aftrek en het in aanmerking nemen van historische financiële resultaten niet langer van toepassing.