Paris St Germain verdiende het niet per se om met 2-0 te winnen bij Le Havre, een sterke promotiekandidaat, en wat afstand te nemen van hun rivalen. Naast Kylian Mbappé stond één doelman in het middelpunt
De toch al lastige uitwedstrijd had niet veel slechter kunnen beginnen voor PSG: Le Havre begon met enorm veel vertrouwen – Soler moest op de lijn redden tegen Lloris (7e) – terwijl Luis Enrique, die een paar spelers rust wilde geven, al na acht minuten zes man Ugarte moest inbrengen voor de geblesseerde Fabian. Voordat Donnarumma van het veld werd gestuurd voor een grove tackle buiten zijn strafschopgebied (10).
De moedige nieuw gepromoveerde ploeg speelde PSG bij vlagen tegen de muur in deze openingsfase, waarin de enige tegenstand van de kampioenen Mbappé was. De uitzonderlijke aanvaller probeerde het herhaaldelijk alleen, waardoor Dembelé hem met precisie op pad kon sturen. Dit keer slaagde hij er niet in om doelman Desmes te verslaan met zijn hoekschot (20e), maar drie minuten later scoorde hij met een droge paal doelpunt om PSG op voorsprong te zetten
Mbappé zette de wedstrijd op zijn kop met zijn ongelofelijke individuele klasse, terwijl zijn teamgenoten langzaam maar zeker grip kregen op hun defensieve collectief. Plotseling was Le Havre aangeslagen. De gepromoveerde ploeg, die een grote kans op de gelijkmaker miste via de jonge Casimir (41′), had de achterstand op slag van rust zelfs kunnen verdubbelen. Mbappé stond echter net buitenspel voor zijn vermeende tweede doelpunt (32′).
Met een man meer begon de thuisploeg ook actiever aan de tweede helft, waarbij PSG soms afwachtend speelde en soms met aanvallende speldenprikjes de nipte voorsprong vasthield. De kampioenen stonden vaak compact achterin – en konden vertrouwen op Donnarumma’s vervanger Tenas: De Spanjaard verrichtte sterke reddingen op een direct schot van Kechta (51′) en een afgeketste voorzet van Danilo (64′).
Alioui wanhopig – Vitinha gelukkig
Dus het was niet per se de betere ploeg die uiteindelijk met 2-0 won, die nu vier punten los staan aan kop van de ranglijst na de misstap van Nice bij Nantes.