Alexander Albon verwacht nog niet dat Williams de grote sprong voorwaarts zal maken in 2026, tenzij motorleverancier Mercedes net zo’n grote slag slaat als in 2014
Aan de zijlijn van het Formule 1-weekend in Canada ligt de focus al sterk op het seizoen 2026. Op donderdag publiceerde de FIA de eerste beelden met belangrijke punten van hoe de nieuwe auto’s eruit zullen zien. Naast de aerodynamica worden ook de motoren vernieuwd, met een sterkere focus op de batterij
Alexander Albon, die onlangs zijn contract met Williams voor de lange termijn verlengde, hoopt dat Williams’ motorpartner Mercedes een voordeel kan behalen ten opzichte van de concurrentie, net als bij de grote regelwijziging in 2014, waardoor het klantenteam ook sneller naar voren wordt geschoven.
“Het gat tussen de teams zal aanzienlijk groter worden”, zegt de Thai als hem gevraagd wordt naar de mogelijke pikorde over twee jaar. “Net als met alle andere reglementen, komt iedereen nu dichterbij. Helaas is het racen niet geweldig, maar het tempo tussen de auto’s ligt extreem dicht bij elkaar – misschien wel dichter bij dan het in lange tijd is geweest. Dat zal iedereen zeker weer uit elkaar drijven.”
“Ik denk dat de motoren daar een grote rol in gaan spelen. Misschien raken we in 2026 weer achterop bij een topteam als Mercedes en hebben we een grotere delta. Ik hoop dat Mercedes een sterke motor heeft en een goede batterijefficiëntie. Dat kan ons helpen in de constructeursvergelijking en ons relatief competitief maken ten opzichte van teams met andere motoren,” aldus Albon.
2014: Toen Williams voor Ferrari eindigde in het wereldkampioenschap
Dit is precies hoe het was in 2014, toen Mercedes een duidelijke voorsprong nam op de concurrentie door de introductie van hybride motoren, die ook de klantenteams Williams en Force India hielpen. In het eerste jaar van het nieuwe motorenreglement eindigde Williams als derde in het teamkampioenschap met negen podiumplaatsen en een poleposition voor Felipe Massa in Oostenrijk. Naarmate het pk-voordeel van Mercedes afnam, raakte het traditionele team in de daaropvolgende jaren echter steeds verder achterop.
“Ik denk dat we nog steeds in een opbouwfase zitten en ik denk niet dat we er in 2026 helemaal zullen zijn”, zegt Albon op de vraag hoe goed Williams is voorbereid op 2026. “Elk team is bezig om ervoor te zorgen dat 2026 voor iedereen een nieuwe start wordt, maar ik denk dat het nog wel even duurt.”
“Maar ik hoop dat we de power unit ons een beetje kunnen laten dragen, en ik herinner me een stukje 2014 waar het gat naar voren groter kon zijn, maar het brengt ons in een goede positie en we kunnen nog steeds bouwen en ontwikkelen en delen van het team veranderen. En dan kunnen we grotere stappen maken tot 2027.”
Albon: “Zou 2025 opofferen voor 2026”
Williams teambaas James Vowles staat bekend om zijn lange termijn projectplanning en daarom gaat ook Albon ervan uit dat Williams al heel vroeg aan de slag gaat met het nieuwe reglement: “Ik zou liever 2025 opofferen voor 2026”, zegt hij.
“En dat komt deels door de langer lopende contracten, je bent niet zo gefocust op de korte termijn. Je wilt geen succes op korte termijn als je daar later pijn van krijgt, en als team moeten we meer aan de toekomst denken als we aan de top willen staan. Als we bij de koplopers willen horen, moeten we nog veel doen en dit zijn grote veranderingen die tijd kosten.”
Voorlopig ligt de focus echter nog steeds op de huidige reglementen met de FW46 van dit jaar, die volgens teambaas Vowles nog steeds 15 kilogram te zwaar is. Afhankelijk van het circuit kan het overgewicht drieënhalf tot vijfenhalve tiende per ronde kosten, waardoor Williams naarmate het seizoen vordert hoger in de pikorde kan komen te staan als er lichtere onderdelen in de auto worden gemonteerd
Albon: “Gewicht verliezen is niet goedkoop”
Voor Canada heeft het team een nieuwe voor- en achtervleugel meegebracht die de auto efficiënter moeten maken, wat een voordeel is op de lange rechte stukken in Montreal. Vorig jaar was er echter een zeer grote update voor de negende race van het seizoen, maar voor 2024 nemen ze volgens Albon een “andere ontwikkelingsroute.”
“Dit jaar zijn het een paar kleine dingen bij elke race, vorig jaar was het een grote stap – en dat was hier dit weekend”, zegt Albon, die ook benadrukt dat updates dit seizoen ook leren voor volgend jaar, want met de stabiele reglementen “kun je alles wat je dit jaar hebt geleerd meenemen naar volgend jaar”.
“Maar het belangrijkste voor ons als team is om onze gewichtsdoelen te halen, dat zou onze grootste stap voorwaarts zijn. Als we in dit opzicht de basis op orde krijgen, zullen we volgend jaar als team een grote stap maken.”
“We zijn nog lang niet waar we willen zijn. We hebben upgrades die ook de prestaties moeten verbeteren. Maar ik zou zeggen dat de focus op dit moment meer ligt op gewicht dan op aerodynamica, en in zekere zin vergelijken we de twee en kijken we wat financieel zinvol is. Gewicht verliezen is ook niet goedkoop,” aldus de 28-jarige.
