Teamleider James Vowles vertelt over de veranderingen die Williams heeft ondergaan sinds zijn komst en legt uit waarom hij positief is over de toekomst
Het moet een beetje een cultuurschok zijn geweest voor James Vowles toen hij vertrok bij de eeuwige wereldkampioen constructeurs Mercedes en als teambaas aan de slag ging bij Williams, dat toen op de tiende plaats van constructeurs stond. De productiefaciliteiten en infrastructuur van het team waren immers genadeloos verouderd.
Het feit dat Williams in 2023 ondanks de vervallen infrastructuur als zevende eindigde, doet Vowles veel plezier: “Elke keer als ik naar onze gebouwen, infrastructuur, productiefaciliteiten en werkmethoden kijk en me realiseer hoe ver we achterlopen, moedigt me dat aan.”
“Het team had al ongelooflijk werk geleverd voordat ik aankwam, omdat ze gepassioneerd zijn. Ze zijn een echt raceteam. Dankzij hen zijn we waar we nu zijn en ik kan niet wachten tot alle problemen zijn opgelost. We hoeven niet lang te wachten, want er zijn nog een paar laaghangende vruchten die we nog niet hebben geploegd.”
Williams dacht alleen aan de korte termijn
Naast zijn inzet voor de uitbreiding van het budgetplafond, waarmee achtergestelde teams gaten in hun infrastructuur kunnen dichten, heeft Vowles vooral een nieuwe mindset bij Williams neergezet.
“Toen ik hier kwam, vroeg ik naar de status van de auto voor volgend jaar. En het antwoord was dat er nog geen stand van zaken was”, legt Vowles uit. “‘Dat moeten we onmiddellijk veranderen’, was mijn antwoord. ‘We moeten ons richten op volgend jaar, dan het jaar daarna en dan 2026’.”
“Als je je alleen op het hier en nu richt, zie je door de bomen het bos niet meer. Dan ontwikkelt het team zich als geheel niet.”
Nieuwe teamspirit dankzij een nieuwe structuur
Daarom veranderde Vowles de werkstructuren en bracht hij de juiste mensen bij elkaar: “Je eindigt niet zevende in het kampioenschap als je geen intelligente mensen in het team hebt. Maar deze mensen werkten voorheen niet samen, ze waren opgedeeld in kleine gebieden.”
“Dus in eerste instantie ging het erom de intelligente mensen in een werkgroep te plaatsen en deze groep de verantwoordelijkheid te geven voor het specifieke gebied van de voertuigprestaties,” legt Vowles uit. “Er is niet één groep voor aerodynamica en één voor voertuiggedrag.”
Je ontwikkelt je oplossingen samen. En opeens besef je hoe de dynamiek binnen het team verandert. Mensen wijzen niet meer met de vinger naar anderen, maar zoeken naar gezamenlijke oplossingen.”
Vowles wil een nieuwe houding creëren
“De volgende stap is het stellen van mijlpalen. Het maakt me niet uit wat er gebeurt in de volgende race of de race daarna. Het belangrijkste is hoe we ons volgend jaar ontwikkelen, dan het jaar daarna en dan richting 2026. Met deze mijlpalen verander je je aanpak.”
“We hadden mensen die alleen maar bezig waren met brandjes blussen binnen het team. Dus je moet er eerst aan wennen om de brandslang neer te leggen en in plaats daarvan te werken aan het ontwikkelen van belangrijke structuren.”
Vowles hoopt dat deze veranderingen op korte termijn al zullen leiden tot verbeteringen bij Williams, en niet alleen op het gebied van pure prestaties: “Er zijn een aantal dingen die gemakkelijk verbeterd kunnen worden. De werkprestaties op zich zijn één ding, maar het gaat ook om de houding, hoe ik dingen benader, de lichaamstaal of de ontwikkelingsrichting.”
“We zitten niet meer in een positie waarin we wanhopig op zoek zijn naar geld, we zitten nu in een positie waarin we om meer geld kunnen vragen. Hopelijk wordt deze verandering in houding snel tastbaar.”
Over het algemeen is Vowles optimistisch over de toekomst: “Ik voel me erg op mijn gemak met de richting die we op dit moment opgaan. Het schip vindt langzaam de juiste koers.”
