Aston Martin teambaas Andy Cowell ziet ruimte voor verbetering met upgrades – veel nieuwe onderdelen hebben niet het gewenste effect gehad
“We hebben het wereldkampioenschap voor de meeste upgrades gewonnen”, zegt Aston Martin Teambaas Andy Cowell over het Formule 1-seizoen 2024. Ondanks veel nieuwe onderdelen had het team het moeilijk en verloor het de aansluiting met teams als Red Bull, McLaren, Ferrari en Mercedes. Daarom moet er volgens de nieuwe touwentrekker van het 2025-raceteam voor worden gezorgd dat de upgrades aan de auto de prestaties aanzienlijk verbeteren
De basis van de AMR24 leek solide, want Fernando Alonso en Lance Stroll scoorden regelmatig punten in de eerste zeven races, waarbij de Spanjaard in alle races in de top 10 eindigde en de Canadees twee keer punten scoorde. Het team voerde vervolgens een grote upgrade uit in Imola, met een nieuwe onderkant, voorvleugel en sidepod en een nieuwe achterwielophanging. Daarna was het moeilijker om met de auto te rijden.
Top 10-klasseringen waren plotseling zeldzamer en Aston Martin viel terug in het algemene klassement. Er volgden nog meer upgrades, maar die bleken niet effectief, want Aston Martin was niet langer in staat om de prestaties van het begin van het seizoen te evenaren. De nieuwe onderdelen brachten niet het verhoopte succes.
Team top, maar de upgrades moeten wel werken
Daarom vindt Cowell dat het team zijn aanpak moet herzien. De upgrades moeten beter worden gevalideerd voordat ze worden ingezet om er zeker van te zijn dat de prestaties daadwerkelijk kunnen worden verbeterd. Dit helpt ook om het vertrouwen in hun eigen werk te herstellen, want de auto kan alleen worden verbeterd als de simulaties overeenkomen met de echte gegevens. Er moet een correlatie zijn.
“Er is absoluut geen gebrek aan inzet van het team,” zegt hij. “We wonnen het wereldkampioenschap voor de meeste upgrades in 2024, maar ze verbeterden de rondetijden niet, en dat is precies wat iedereen in deze business wil bereiken. Dat betekent niet dat alles altijd moet werken. Ik heb in statistieken en studies gezien dat een slagingspercentage van 20 procent een hoog percentage is.”
“Als we die 20 procent halen, is dat goed, maar het moet gebeuren in het AMR Technology Centre en niet op de baan. We moeten ervoor zorgen dat alle tools en processen in het centrum goed werken, zodat we er voor 90 procent zeker van kunnen zijn dat de upgrades op de baan werken en aan onze verwachtingen voldoen.”
Succespercentage moet worden verbeterd
“Het is niet gemakkelijk om te bereiken, maar het moet ons doel zijn,” vervolgt Cowell. “We hebben krachtige CFD-tools en een van de modernste windtunnels die binnenkort in de sport gebruikt zullen worden. Maar dit zijn slechts simulaties. Er is altijd een risico dat de gegevens op de baan niet overeenkomen. Toch kunnen de simulaties ons een goede richting geven en ik denk dat we de 90 procent kunnen halen.”
Volgens Cowell kunnen de teams die om de titel strijden een hoger slagingspercentage behalen met de upgrades. “Dat moet ons minimale doel zijn”, vervolgt Cowell. De nieuwe teambaas nam onlangs het stokje over van Mike Krack, die een nieuwe rol binnen het team op zich heeft genomen. De nieuwe man aan het roer weet echter ook dat dit een proces is dat tijd kost.
“Het is goed om een doel te stellen, ook al is de weg ernaartoe nog niet duidelijk. Eerst stel je het pad vast, een doel waarvan mensen denken dat het onrealistisch is in termen van tijd en prestaties. Dan kijk je naar de dingen. Iedereen wil de snelste auto hebben, maar de enige manier is om doelen te stellen die uitdagend zijn, misschien wel heel uitdagend. Daarom zijn we hier, het heeft geen zin om een auto te ontwerpen en te bouwen die niet de snelste is. Formule 1 gaat over innovatief zijn en wereldkampioen worden. Dat is ons doel.”
