Ex-DTM-teambaas Peter Mücke ziet de stijgende kosten voor de teams ook als een groot probleem: Hoe het zover heeft kunnen komen en welke gevolgen hij vreest
Peter Mücke wilde oorspronkelijk in 2024 met zijn team terugkeren in de DTM na een onderbreking van een jaar, maar dat gaat voorlopig niet door. De legendarische teambaas maakt zich zorgen over de traditionele serie, waarvan het startveld door de stijgende kosten kleiner zal zijn dan in 2023. “Op de lange termijn is het waarschijnlijk een geluk dat de GT Masters bestaat”
Want als de DTM niet ergens orde op zaken stelt, wordt de GT Masters uiteindelijk weer de hoofdact”, zegt hij, doelend op de toegenomen belangstelling voor de ADAC GT Masters, die hij toeschrijft aan de hoge budgetten in de DTM. “Ik wil geen somber beeld schetsen, maar dat is mijn gevoel over de situatie in de autosport.”
Terwijl een seizoen in de serie, die nu gericht is op amateurs, ongeveer 600.000 euro per auto kost, moeten DTM-teams tegenwoordig rekening houden met meer dan het dubbele. En dat met een professionele coureur in de cockpit, die meestal geen geld meebrengt.
“Er zijn geen sponsors om het DTM-seizoen te financieren”
Voor Mücke is het de vraag wie uiteindelijk de rekening betaalt. “Zelfs de ‘normale’ teams kunnen niet in de DTM blijven omdat er geen sponsors meer zijn die geld uitgeven op een schaal waarmee je een DTM-seizoen zou kunnen financieren,” waarschuwt de 77-jarige Berlijner, die bekend staat om zijn werk met jong talent met huidige F1-coureurs als Sebastian Vettel en Sergio Perez, maar ook Maximilian Götz en Lucas Auer.
“Als je een sponsor vindt die je 300.000 euro geeft, dan mag je blij zijn. Maar dan heb je wel een betalende coureur nodig in deze tijd.”
Mücke verbaasd over terugtrekken fabriek
En Mücke signaleert nog een ander probleemgebied: Want naast de algemene prijsstijging zijn er teams die zoveel geld investeren in hun DTM-projecten dat je wel bij moet blijven als je mee wilt doen in de strijd om de titel. In de paddock wordt vooral gesproken over de topteams Manthey EMA en SSR Performance.
“We hebben nu een paar teams die de financiële achtergrond hebben om dit te kunnen doen,” zegt Mücke. “Dat betekent dat het nog duurder wordt, omdat ze alle mogelijkheden hebben om te ontwikkelen. Maar dat is niet gezond voor de autosport.”
Een probleem dat niet aan de aandacht van de ADAC is ontsnapt: de organisator van de DTM wil nu de oorlog verklaren aan testritten en is van plan om het testen te beperken. “Dat is niet genoeg”, zegt Mücke sceptisch. “Als het mogelijk is voor teams om bepaalde budgetten te presenteren, nog meer aan ontwikkeling te doen en nog meer mensen binnen te halen, dan wordt het moeilijk. Het aantal mensen dat een rol kan spelen is op de lange termijn niet hoog genoeg.”
Toch prijst de teambaas, die met zijn raceteam wil uitkomen in GT4 Germany en de Prototype Cup Germany, de grootste autoclub van Europa: “Petje af voor de ADAC. Ze doen hun best. Zonder hen hadden we geen DTM meer. Daar moet je realistisch in zijn.”