Omdat Dortmunds vaste doelman Gregor Kobel geblesseerd is, moest BVB een nieuwe vervangende doelman aanwijzen voor de topper in München: Roman Bürki kwam verrassend binnen.
De seizoensfinale van 2020/21 was de laatste keer dat Roman Bürki in het doel van Borussia Dortmund stond. Op 22 mei speelde de Zwitser zijn rol in de 3:1 thuisoverwinning tegen Bayer 04 Leverkusen met een goed optreden. Nu beleeft de 31-jarige weer het grote podium – in ieder geval vanaf de reservebank, zo schrijven de Ruhr Nachrichten.
Scheurende afbraak onder Terzic
De keeperswissel bij BVB kreeg al iets eerder gestalte – Bürki bezorgde zichzelf een zwarte dag in de 2:4 in Gladbach op speeldag 18 en blesseerde daarbij ook nog zijn schouder. Toen hij weer fit was, stelde toenmalig coach Edin Terzic zijn vertrouwen in Marwin Hitz.
Vervolgens zat
Bürki acht opeenvolgende wedstrijden op de bank tijdens de rest van het seizoen, voordat ook Hitz zichzelf blesseerde bij een botsing met collega Manuel Akanji en Bürki terugkeerde voor de resterende drie Bundesliga-wedstrijden en de bekerfinale tegen RB (4:1).
Kobel kwam voor het nieuwe seizoen van Stuttgart en BVB reorganiseerde de keepershiërarchie: Kobel vestigde zich als de vaste keeper, Hitz werd zijn vervanger en Luca Unbehaun of Stefan Drljaca van de U-23 selectie stonden klaar in geval van nood.
Bürki’s enige taak dit seizoen onder trainer Marco Rose was om te trainen – van vaste keeper tot degradant met rugnummer 38, een rol die Bürki erg moeilijk vond om te accepteren. Hoewel hij Kobel prees, leerde hij de “harde kant van het voetbalvak” kennen. In de winter stond een transfer naar FC Lorient (Ligue 1) op het programma, maar die ging niet door. In plaats daarvan zal hij vanaf de zomer van 2023 in de VS aan de slag gaan – als de nieuwe keeper van de nieuwe MLS-club St. Louis City SC.