Chelsea FC gaat weer rustigere tijden tegemoet. De Britse regering heeft de overname goedgekeurd van de Premier League club die op de derde plaats staat.
Een consortium onder leiding van de Amerikaanse ondernemer Todd Boehly betaalt 4,25 miljard pond, iets minder dan vijf miljard euro. Het tijdperk van Roman Abramovich op Stamford Bridge is dus verleden tijd.
De regering benadrukte dat was verzekerd dat het geld niet naar de vorige eigenaar zou gaan. Het is eerder bedoeld om oorlogsslachtoffers in Oekraïne te steunen. Dinsdag al had de Premier League de deal goedgekeurd nadat de toekomstige bestuursleden de gebruikelijke geschiktheidstest hadden doorstaan.
“Gisteravond is de regering van het Verenigd Koninkrijk tot een standpunt gekomen waarbij wij een vergunning kunnen verlenen die de verkoop van Chelsea Football Club mogelijk maakt”, aldus de regeringsverklaring. “Na de sanctie tegen Roman Abramovich heeft de regering er alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat Chelsea Football Club kan blijven voetballen. Het is voor ons echter altijd duidelijk geweest dat de toekomst van de club op lange termijn alleen kan worden veiliggesteld met een nieuwe eigenaar. “
Rond twee miljard euro zal naar de club vloeien
De tegoeden van
Abramovitsj waren na de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne bevroren, waardoor Chelsea slechts met een speciale vergunning de dagelijkse gang van zaken kon handhaven en onder meer geen onderhandelingen met spelers mocht voeren. Nu is de toekomst van de club veilig gesteld.
Boehly, die ook mede-eigenaar is van het honkbalteam Los Angeles Dodgers, wordt onder meer gesteund door de Zwitserse multimiljardair Hansjörg Wyss en de Amerikaanse zakenman Mark Walter. Het consortium zal ongeveer twee miljard euro van de koopsom in de club investeren. De resterende drie miljard euro zal aanvankelijk op een geblokkeerde rekening worden gestort totdat is gegarandeerd dat het ten goede komt aan slachtoffers van de oorlog in Oekraïne.