Wat Formule 1-team Haas verwacht voor de resterende races van het seizoen en waarom Nico Hülkenberg in de toekomst geen prestatievoorspellingen zal doen
Vooruitlopend op de Grand Prix van Nederland in Zandvoort zegt hij: “Ik doe geen voorspellingen meer. Want we dachten vaak dat we op een circuit zouden komen dat geschikt zou zijn voor onze auto. Maar het tegenovergestelde gebeurde – en andersom.”
Hülkenberg wijt dit enerzijds aan de dynamiek in het brede Formule 1-middenveld: de prestaties van de teams fluctueren van weekend tot weekend, ook door individuele ontwikkeling. “Dit alles kan ertoe leiden dat het verwachte scenario niet uitkomt”, legt de Haas-coureur uit.
In Hongarije leerde zijn team bijvoorbeeld dat ze geen kans maakten bij hoge temperaturen op zondag. “We hadden daar ook te weinig downforce”, zegt Hülkenberg.
In België daarentegen was er “gewoon geen goed gevoel” in de auto. “Het circuit paste niet bij de auto. We vonden geen goed prestatievenster en hadden constant problemen. Dat was moeilijk.”
Hülkenberg ziet geen duidelijke trend
Hülkenberg ziet hier echter geen “duidelijke trend” in: “We hadden heel verschillende omstandigheden op verschillende circuits waarin we goed waren.” Het is dus niet alleen het weer dat Haas snel of langzaam maakt.
“En het ligt niet alleen aan ons”, benadrukt Hülkenberg. De uiteindelijke positie van Haas in het algemene Formule 1-klassement “hangt ook af van Racing Bulls”. Het Italiaanse team bezet momenteel de zesde plaats in het klassement met 34 punten, zeven punten voor Haas op de zevende plaats.
“Als Racing Bulls hier [op Zandvoort] weer sterk is en punten scoort, wordt het zeker heel moeilijk”, zegt Hülkenberg. “Zo niet, dan wordt het een ander verhaal. Maar ook dat valt niet te voorspellen.”
Waarom Magnussen optimistischer is dan Hülkenberg
Hülkenbergs Haas-teamgenoot Kevin Magnussen is optimistischer. Hij beschouwt P6 in het kampioenschap nadrukkelijk als “mogelijk” en Racing Bulls “realistisch binnen ons bereik”.
Reden: “Racing Bulls was in de eerste helft van het seizoen net een tikkeltje sterker dan wij. Daarom denk ik dat we een kans hebben. We moeten kunnen vechten.”
Vooral omdat Haas tot nu toe “heel, heel positief” heeft gehandeld bij de verdere ontwikkeling van de VF-24, zoals Magnussen uitlegt: “Vooral omdat we in het verleden echt moeite hebben gehad om de auto sneller te maken. We hebben vaak een fundamenteel goede auto gehad, maar in veel jaren vielen we terug in de loop van het seizoen.”
“Dit jaar hebben we onze positie echter min of meer behouden. Dat betekent dat we bij zijn gebleven in de ontwikkelingsrace, en dat is echt positief.”
