Ex-MotoGP-wereldkampioen praat over de mythe dat sommige rijders een speciaal vermogen hebben om een motor te ontwikkelen
Er zijn een aantal rijders die de reputatie hebben verdiend dat ze goede ontwikkelingsrijders zijn. Aleix Espargaro heeft bijvoorbeeld aanzienlijk bijgedragen aan de opkomst van Aprilia. Valentino Rossi zette 20 jaar geleden het MotoGP-project van Yamaha op de weg naar succes. Marc Marquez wordt daarentegen minder geassocieerd met goed ontwikkelingswerk. De Spanjaard vindt het echter sowieso een mythe dat een rijder de ontwikkeling van een motor kan bevorderen
“Deze mystieke zinnen, ‘nu komt deze rijder en maakt de motor beter’ of ‘deze rijder weet niet hoe hij een motor moet ontwikkelen’, slaan nergens op. Iedereen die dat zegt, heeft geen verstand van motoren”, legt Marquez resoluut uit.
Volgens de meervoudig kampioen zijn de ingenieurs verantwoordelijk en niet de rijders. “Jij maakt jouw opmerkingen, een andere rijder maakt zijn opmerkingen. Er zijn vier rijders en de ingenieurs implementeren het”, zo beschrijft hij het ontwikkelingsproces vanuit zijn oogpunt.
Ze worstelen om zich te verbeteren”, erkent Marquez over de situatie in het KTM-kamp. Er is consensus in de MotoGP-paddock over welke motor op dit moment de leider is. “De Ducati is de beste motor. Ze hebben een geweldige testrijder in Michele Pirro. Maar hij was geen groot kampioen,” vergelijkt Marquez, waarmee hij zijn theorie ondersteunt dat ontwikkeling niet is gebaseerd op het werk van de rijders, maar op dat van de ingenieurs.