De reglementen van het WK Superbike worden licht gewijzigd voor 2023 en 2024: Naast concessies voor niet-succesvolle fabrikanten is de invoering van e-brandstoffen aanstaande
Tijdens de recente WSBK Commissievergadering werd een verandering in het reglement goedgekeurd die minder succesvolle fabrikanten dichter bij de top moet brengen. Op basis van het reeds bestaande evenwichtsmodel zullen superconcessies worden ingevoerd, waardoor fabrikanten speciale chassisonderdelen kunnen gebruiken als zij niet succesvol blijven.
In de afgelopen jaren zijn de fabrikanten die in het World Superbike kampioenschap vertegenwoordigd zijn vooral door de toeren op één lijn gekomen. Ducati heeft het maximale toerental van de Panigale V4R in het WSBK seizoen 2019 met 250 toeren moeten verlagen omdat Alvaro Bautista van overwinning naar overwinning ging. Ducati moet nog steeds met deze beperking rijden, ook al heeft de concurrentie inmiddels nieuwe motoren gehomologeerd.
Vanaf het seizoen 2023 zullen niet alleen podiumplaatsen, maar ook top 5-resultaten meetellen voor de balans. Als een fabrikant geen succes heeft, kan hij achteraf onderdelen op het chassis aanbrengen die niet in het productiemodel worden gebruikt. Vooral Honda zal waarschijnlijk profiteren van deze wijziging in de regelgeving.
De Fireblade is geen slechte motor, zoals blijkt uit zijn overwinning in de prestigieuze 8 uur van Suzuka op Bridgestone-banden. Maar met Pirelli-banden zijn er enkele problemen die alleen kunnen worden verholpen met nieuwe chassisonderdelen, vermoeden insiders. Dus de nieuwe Super Concessies regel zal waarschijnlijk in de kaart van Honda spelen.
Een andere verandering is de introductie van duurzame brandstoffen. In het WK Superbike wordt vanaf 2024 E40-brandstof gebruikt. WSBK volgt dus de weg van de MotoGP.
In verband met de wereldwijde economische situatie en de inflatie zal ook het prijsplafond voor de serie Superbike worden aangepast. Momenteel mag een voor WSBK gehomologeerd model slechts 40.000 euro kosten. Maar de nieuwe Ducati Panigale V4R zal duurder zijn. Naar verwachting zal het nieuwe prijsplafond rond de 45.000 euro liggen.
