Het gebrek aan doelpunten heeft de laatste weken alarmerende proporties aangenomen. Eintracht kwam niet tot scoren tegen Wolfsburg (0:2), Keulen (0:1) en FC Bayern (0:1) en creëerde nauwelijks kansen. Coach Oliver Glasner komt tot een andere beoordeling.
Dat zijn slechts 2,6 kansen per wedstrijd; het gemiddelde dit seizoen is 5,1 kansen (vorig seizoen: 6,2). Duidelijke kansen zoals die van Sebastian Rode in Keulen of Filip Kostic tegen Bayern waren zeldzaam. Op de persconferentie van donderdag reageerde Glasner echter verrassend gepikeerd toen hem werd gevraagd naar het gebrek aan kansen. “Als je alleen doelkansen neemt als het af is, zou dat waar kunnen zijn. Maar we hadden in Keulen nog drie situaties in twee-tegen-één, drie-tegen-één en zelfs vier-tegen-één waarin we het niet afmaakten. Voor mij zijn dat glasheldere doelkansen. “
Het is begrijpelijk dat de coach het positieve probeert te zien en te benadrukken met het oog op de gespannen sportieve situatie. Dit is echter al een vrij idiosyncratische interpretatie, want objectief gezien zijn dit slecht gespeelde aanvallen. Theoretisch is elke voorwaartse beweging een potentiële kans om te scoren, omdat je een veelbelovende afwerking kunt hebben zolang je balbezit hebt. Niemand betwist dat in verschillende situaties, vooral tegen Wolfsburg en in Keulen, de spelers van Frankfurt vrij stonden in de zestien. Als ze de bal hadden gekregen, zou het gevaarlijk zijn geweest. De facto is echter het passeren van de voorlaatste of laatste bal naar de tegenstander geen mogelijkheid om een doelpunt te maken.
De ploeg moet dit euvel dringend verhelpen in de uitwedstrijd bij Hertha BSC. Als zij daarin slagen, kan ook deze discussie overbodig worden. “Wij willen de trend ombuigen en zullen alles doen wat in ons vermogen ligt om in Berlijn te winnen,” benadrukte Glasner. Hij was al optimistisch na de 0:1 tegen Bayern en zag “de bodem van het vat”. Nu moet actie volgen om de groeiende kritiek het zwijgen op te leggen.
