Aleix Espargaro pakt opnieuw een podium in Le Mans en verkleint de achterstand op WK-leider Fabio Quartararo tot vier punten – Aprilia leidt in de teamstand
“Ik weet niet wat ik moet zeggen. Ik weet niet echt wat er op dit moment gebeurt. Ik geniet er gewoon van,” zei Aleix Espargaro, toen hem gevraagd werd naar het feit dat hij na zeven MotoGP-races nog maar vier punten achter staat op WK-leider Fabio Quartararo (Yamaha) en nu met Aprilia de teamstand aanvoert.
Na zijn derde plaats in de Franse Grand Prix op Le Mans scoorde Espargaro opnieuw een behoorlijk aantal punten, ditmaal voor Quartararo, die tegen het einde gevaarlijk dicht bij hem kwam maar uiteindelijk genoegen moest nemen met de vierde plaats.
Maar vanaf het begin: Espargaro verloor aanvankelijk drie posities bij de start en viel terug naar de zesde plaats toen beide Suzuki-rijders hem passeerden. Maar zowel Alex Rins als Joan Mir crashten in de loop van de race. En Francesco Bagnaia (Ducati), die aan de leiding lag tot ronde 21, viel ook uit.
Espargaro dreigt een paar keer te crashen
Dit heeft Espargaro naar de derde plaats gebracht. Hij werd alleen verslagen door race winnaar Enea Bastianini (Gresini-Ducati) en Jack Miller (Ducati) op het einde. “Het was echt moeilijk,” gaf de Spanjaard toe. “Ik was snel, maar niet snel genoeg om Jack of Joan Mir in het begin van de race in te halen.”
“De baan was ook erg glad. Het ging er vooral om te blijven zitten en een crash te vermijden. Elke keer als ik Jack probeerde te benaderen, werd de voorkant onstabiel. Ik zag op het dashboard dat de voorband letterlijk in brand stond. Dus liet ik hem trekken en bleef een halve seconde tot acht tienden achter. “
“Op het einde zag ik op de grote schermen dat Fabio dichterbij kwam,” gaat Espargaro verder, en onthult: “Ik had hem bestudeerd tijdens het weekend en ik wist dat hij sterker was in het midden van de bocht en hij nam daar veel snelheid. “
Opeens staart @FabioQ20 naar een podium vlak voor hem! ⚔️FrenchGP pic.twitter.com/GTMS8yctXT
– MotoGP™ (@MotoGP) May 15, 2022
Dus ik wist dat als ik ook maar twee meter van de lijn was, hij me aan de binnenkant zou passeren. Het was moeilijk om in de laatste tien ronden geen fouten te maken en een tijd van 1:32,0 minuten neer te zetten. Maar uiteindelijk pakte het goed uit en ben ik blij,” vatte de Aprilia-coureur zijn race samen.
Aan de finish scheidden slechts 0,106 seconden hem en Quartararo. Maar er was geen aanval. Espargaro weet waarom: “Telkens als ik dichter bij Jack kwam, ging de druk in de voorband omhoog. Het was onmogelijk om in te halen. Ik wist dat Fabio hetzelfde probleem met mij zou hebben,” analyseert de 32-jarige.
“Hij is een beetje beter in het midden van de bocht, maar niet op de remmen. Voor mij was het duidelijk: als ik geen fouten maak en te laat rem, kan ik het podium houden.” En hij slaagde. Maar Le Mans is niet bepaald één van Espargaro’s favoriete circuits.
Bijna 100 wereldkampioenschapspunten na zeven races.
“Er zijn veel harde remzones en ik hou meer van de snelle bochten. Dus ik ben nog blijer met de prestatie. Het was moeilijk om Fabio te blokkeren. Om hem hier bij zijn thuisrace op het droge een paar punten afhandig te maken, had ik nooit verwacht.” Geen wonder dat de Spanjaard in de wolken is.
“Ik heb de motor van mijn dromen,” vertelt hij enthousiast over de RS-GP. “De ingenieurs hebben op mijn feedback gereageerd en de moto in het voorseizoen sterk verbeterd. Nu staan we slechts vier punten achter Fabio, hebben bijna 100 punten na zeven races en leiden het teamklassement. Het is ongelooflijk.”
Gevraagd naar de sterke en zwakke punten van zijn motor, zegt Espargaro: “Ik denk dat de kracht van de Aprilia niet de tractie of het remmen is, maar de balans. De motor werkt goed, min of meer op alle gebieden.”
“Vandaag had ik voor het eerst wat last van pure acceleratie. De tractie was niet slecht, maar in pure acceleratie was het vandaag onmogelijk voor mij om de Ducati’s voor me bij te houden,” geeft hij toe. Desondanks hoopt de Aprilia rijder de vaart erin te houden.
“Ik ben ervan overtuigd dat we voor de titel kunnen strijden, maar ik denk er niet echt over na”, zegt hij over zijn WK-ambities. “Ik ga proberen om elke race tot Valencia op het podium te eindigen en er een paar te winnen. Na een carrière die niet altijd makkelijk is geweest, wil ik gewoon plezier hebben. “
