Met de Gen4-auto wil Formule E close competition in het kampioenschap garanderen – Daarnaast moet de kosten-batenverhouding kloppen
Formule E is al bezig met de ontwikkeling van de auto van de vierde generatie, die in het seizoen 2026/27 voor het eerst moet worden gebruikt. Volgens Formule E medeoprichter Alberto Longo staat het idee van competitie bovenaan het lijstje bij het ontwerpen van de auto. Maar de kosten moeten ook in de hand worden gehouden, zodat het elektrische wereldkampioenschap in de toekomst economisch blijft.
Op 31 augustus 2023 moet het biedingsproces om te beslissen wie het chassis en de batterijen voor de Gen4-auto gaat leveren, zijn afgerond. Een hoogtepunt van de nieuwe auto is het verdubbelde vermogen van maximaal 600 kilowatt. De aerodynamica van de Gen4 wordt ook aanzienlijk verbeterd: Er komt een configuratie voor meer downforce en een voor minder downforce. Daarnaast wordt de auto 100 millimeter groter en 76 kilogram zwaarder.
Met een uitgekiend format wil de Formule E er ook voor zorgen dat het kampioenschap spannend blijft tot de laatste race. Daarom moeten de aerodynamische pakketten steeds veranderen en moet ook het vermogen variëren tussen 300 en 600 kilowatt. “Het gaat erom een balans te vinden tussen kosten, technologie en ontwikkeling,” zegt Longo.
“Ik ben een motorsportfan en ik wil nauwe concurrentie zien, dus dat is een prioriteit voor ons. Dat staat zelfs boven snelheid. Zodra we ervoor hebben gezorgd dat er competitie is tussen teams en maximaal vijf coureurs kunnen strijden om de titel, pas dan wordt het interessant om met een krachtigere auto te komen.”
Longo zei dat de sprong van Gen1 naar Gen2 “enorm” was en dat de Gen3-auto ook een “enorme” stap was voor de Formule E. Met de Gen4-auto wil de Formule E nog een grote sprong maken om het kampioenschap vooruit te helpen. “We moeten laten zien dat de technologie evolueert en dat je langer sneller kunt gaan, ook al had de technologie in het begin zijn beperkingen.”
Voor het seizoen 2024/25 krijgt de huidige Gen3-auto al een grote upgrade om de weg te bereiden voor Gen4. In oktober 2023 wordt besloten wie de nieuwe auto gaat bouwen, en volgens Lucas di Grassi spelen de prestaties van de auto’s een belangrijke rol.
“We hebben een punt bereikt in de technologie waarop we veel prestaties kunnen loslaten. De Formule E is volwassen geworden tot het punt waarop de toename in prestaties met Gen3 had kunnen komen, maar op deze manier kunnen we het nog beter maken met Gen4,” zegt hij. Met meer vermogen komt ook meer respect van fans die zeggen dat ze zelf niet in een auto met 1000 pk zouden kunnen rijden.
“Het is net een straaljager omdat er zoveel vermogen in zit,” legt di Grassi uit. “Hij is zo snel dat je vele uren training nodig hebt om hem onder de knie te krijgen. Het is niet zo dat een normaal persoon een Formule E-auto zou kunnen besturen, tenminste niet op het niveau waarop wij rijden. Niemand kan het bijhouden,” was de duidelijke uitspraak van de Braziliaan, die sinds het seizoen 2014/15 deel uitmaakt van de Formule E en een van de veteranen van het kampioenschap is.