Brengen de lage rijhoogtes in de Formule 1 de veiligheid in gevaar? – Zelfs na de ongelukken met Lando Norris en Carlos Sainz wil de FIA geen minimale bodemvrijheid
Tot op de dag van vandaag wordt het neerkomen van de auto in de Tamburello-bocht en de daarmee gepaard gaande blokkering van de diffuser beschouwd als een van de mogelijke oorzaken van het fatale ongeluk van Ayrton Senna. De ongelukken met Lando Norris in Las Vegas en Carlos Sainz in de vrije training in Abu Dhabi hebben de kwestie weer op tafel gebracht in de Formule 1.
De FIA ziet op dit moment echter geen reden om in te grijpen in de bodemvrijheid van Formule 1-auto’s. Sinds de terugkeer van het grondeffect in 2022 geldt in de Formule 1 meer dan ooit: hoe lager, hoe sneller. Hoe dichter de onderkant zich bij het asfalt bevindt, hoe meer downforce hij kan genereren.
In combinatie met een lage bandenspanning (waardoor de bodemspeling nog verder afneemt) en volle tanks bij de start van een Grand Prix, zorgt dit voor een potentieel gevaarlijke situatie.
De FIA heeft het recht om in te grijpen in de reglementen als het gaat om veiligheid. Jean Todt maakte bijvoorbeeld gebruik van dit recht toen hij het Halo cockpitbeschermingssysteem verplicht stelde voor het seizoen 2018. Nikolas Tombazis, FIA-hoofdtechnicus voor monoposten, ziet momenteel echter geen reden voor minimale rijhoogtes die door de FIA worden voorgeschreven.
Op de vraag of de hobbels tot ongelukken kunnen leiden, antwoordde hij: “We moeten ervoor zorgen dat de circuits in het algemeen geen elementen hebben die ongelukken kunnen veroorzaken.”
“Er is een dunne lijn tussen de vraag of de baan in detail kan worden verbeterd en de vraag of de teams de auto misschien gewoon iets hoger moeten zetten. We zullen uiteraard proberen om deze delen van het circuit te verbeteren.”
Dit verschuift het probleem echter alleen maar: als de grootste hobbels worden gladgestreken, kunnen de auto’s lager rijden, zodat de volgende grootste hobbel een probleem wordt. De afgelopen decennia zijn de Formule 1-circuits al steeds gladder geworden.
“Zijn de auto’s te diep? Ja, we zouden ze liever wat hoger hebben,” geeft Tombazis toe. “Maar het zit in de aard van een auto met grondeffect dat hij over het algemeen beter presteert als hij laag rijdt. Dus dat is iets wat we niet gemakkelijk kunnen vermijden.”
Genormaliseerde slipblokken op zijn vroegst in 2026
De diskwalificaties van Lewis Hamilton en Charles Leclerc tijdens de Grand Prix van de VS in Austin vanwege te ver afgesleten bodemplaten toonden aan dat het ook niet mogelijk is om gewoon steeds lager te rijden.
De diskwalificatie riep de vraag op waarom de FIA niet alle auto’s na de race of direct na elke training controleert. Een manier om het tijdrovende proces te versnellen zou zijn om gestandaardiseerde slipblokken te gebruiken, die de FIA gebruikt om de dikte van de bodemplaat te meten.
Op dit moment wordt het ontwerp overgelaten aan de teams. Als ze gestandaardiseerd zouden zijn, zou de inspectie minder tijd in beslag nemen. Maar de teams lobbyen tegen zo’n regelwijziging. De volgende kans om dit te veranderen komt pas over twee jaar.
Tombazis legt uit: “Soms willen we iets doen, maar we moeten door het bureaucratische proces en de teams moeten vóór stemmen – en we hebben niet genoeg steun. Daarom denken we dat we dit voor 2026 een stuk eenvoudiger moeten maken.”