Beide Suzuki-rijders worstelen met bandengrip tijdens race in Qatar – Is gevonden motorvermogen de reden? – Waarom Joan Mir dat niet denkt
Suzuki behoorde tot de favorieten bij de seizoensopener van de MotoGP van 2022 op het Losail Circuit in Qatar. Na een goede start vanaf de derde rij bevond Joan Mir zich in de beginfase op de vierde plaats in de kopgroep. Maar toen ging het achteruit.
Mir werd uiteindelijk zesde. Zijn teamgenoot Alex Rins eindigde als zevende. “Het was een teleurstellende race,” zei voormalig wereldkampioen Mir. “Ik had meer verwacht. De start was goed en ik heb genoten van de eerste ronden.”
“Maar toen kreeg ik problemen met de grip op het achterwiel. Dat had ik niet verwacht, want normaal zijn we goed op dat gebied. Ik besteed er altijd veel aandacht aan. Maar deze keer kwam de greep niet. Dat moeten we begrijpen.”
“Ik wilde in de eerste ronden niet meer rijders inhalen, zodat de band niet te veel belast zou worden. In bocht 10 zag ik enkele rijders met rokende banden en ik dacht dat ze op het einde zouden terugvallen. Dat was te optimistisch.”
De nieuwe motor van de GSX-RR heeft iets meer vermogen dan de afgelopen twee jaar. Suzuki is ook veel sneller geworden op de rechte stukken in combinatie met het rijhoogte systeem.
Concurrent Johann Zarco merkte in vergelijking met zijn Ducati: “Ze accelereren heel sterk in de derde en vierde versnelling. Ze hebben misschien niet hetzelfde vermogen als wij in de zesde versnelling. Maar omdat ze sterk zijn in de lagere versnellingen, kunnen ze de snelheid houden. “
Veroorzaakt dit extra vermogen dat de achterband te snel opbrandt over de race afstand? “Nee, ik denk niet dat dat de reden is,” zegt Mir. “De race was veel sneller dan vorig jaar. Dat betekent dat de motor beter is geworden.”
“Maar ik vertrouw mijn team. We moeten aan de elektronica werken en de situatie begrijpen. Het was pas de eerste race. Ik maak me geen zorgen, want alles zal beter worden. Ik denk dat we meer te zeggen hebben als een team. “
Alex Rins worstelt met voorband
Terwijl Mir worstelde met de grip achter, kreeg Rins problemen met de voorband. Beide Suzuki-rijders waren de race begonnen op de zachte voorband en de medium achterband
“Het was vreemd,” zuchtte Rins. “In de eerste helft van de race had ik moeite om andere rijders in te halen. Nadat ik Martin had ingehaald, wilde ik Mir inhalen. Maar ik had grote problemen met de voorband. Dat is nog nooit eerder gebeurd.”
“Ik weet niet of de voorband te zacht was voor ons. Ik weet niet wat het probleem was. De remstabiliteit was oké, maar in hellingshoeken dreigde het voorwiel in te klappen. De temperatuur en de druk waren goed.”
Volgens Rins zou de hardere voorband geen optie zijn geweest. Omdat hij moeite had om de lijnen vast te houden en het risico liep om in hellingshoeken te crashen, koos hij voor de veilige optie en verminderde hij het risico.
“Daarom besloot ik de race uit te rijden en geen crash te riskeren. Er zijn nog 20 races te gaan. Nu moeten we het zorgvuldig analyseren. Ik ben niet gelukkig, maar ik ben ook niet verdrietig. Ik heb de situatie onder controle en ben niet gecrasht,” blikt Rins terug op zijn vele crashes vorig jaar.
