Tien jaar na hun laatste bekerwinst heeft PSV voor de tiende keer de Nederlandse beker gewonnen – en dat uitgerekend na een achterstand tegen aartsrivaal Ajax Amsterdam. Roger Schmidt zal dus definitief afscheid nemen van Eindhoven met een titel.
Met een Europa Cup-uitschakeling in de bagage reisde PSV af naar Rotterdam voor de bekerfinale tegen aartsrivaal Ajax. Coach Roger Schmidt stelde in De Kuip hetzelfde elftal op als in de 2-1 nederlaag tegen Leicester in de kwartfinales van de Conference League – Götze en Max stonden dus in de basiself – en zag vervolgens hoe zijn manschappen de koploper van de Eredivisie onder druk zetten met kranige tackles.
Ajax, dat trainer Erik ten Hag verraste door spits Haller niet op te stellen, had het aanvankelijk moeilijk, maar nam na 23 minuten toch de leiding: Gravenberch schoof op links dynamisch naar voren en scoorde, na een dubbele pass met Klaassen, vanaf 16 meter in de hoek voor 1:0.
Het doelpunt had effect. PSV was onder de indruk, had veel moeite in het vervolg en waren bij vlagen niet meer dan sparringpartners voor de Amsterdamse ploeg, die de bal en de tegenstander wel controleerde, maar er geen vervolg aan gaf. Mazraoui had ook pech dat zijn schot van 18 meter in de linkerhoek, dat zeer de moeite waard was om te zien, door de VAR werd afgekeurd wegens een flinterdunne buitenspelpositie van Tadic in de aanloop (44e).
