Voor de tweede keer op rij heeft een toptalent van FC Barcelona de “Golden Boy” prijs gewonnen: Gavi (18) volgt Pedri (19) op – terwijl BVB-aanvaller Jude Bellingham opnieuw alleen de rol van eerste verliezer kreeg toebedeeld
De setting had misschien niet beter gekozen kunnen worden. 27 gezellige graden in Palermo en in een 19e eeuws palazzo pal aan zee de internationale en nationale pers voor de onthulling van de winnaar van de 20e editie van de Golden Boy. Zelfs de burgemeester van Palermo, Roberto Lagalla, kwam langs, hoewel hij deze keer niet op het stembiljet stond.
Tuttosport” reikt sinds 2003 de prijs uit voor de beste Europese U-21 speler. In het verleden wonnen latere topsterren als Leo Messi, Kylian Mbappé of Erling Haaland en degenen die hun belofte niet per se altijd nakwamen – zoals Mario Götze, Mario Balotelli of de allereerste winnaar, Rafael van der Vaart.
Camavinga eindigt derde, Musiala “slechts” vierde
50 Europese journalisten, en een aantal ex-sterren zoals Lothar Matthäus of Andriy Shevchenko hebben dit jaar ook gestemd en de hoop was gevestigd op twee Bundesliga-spelers: Jude Bellingham van Dortmund en Jamal Musiala van Bayern, die terecht tot de laatste vier zijn doorgedrongen naast Gavi (Barcelona) en Eduardo Camavinga (Real Madrid).
Uiteindelijk zegevierde Gavi, terwijl Bellingham net als vorig jaar tweede werd en Musiala als vierde eindigde. De burgemeester knikte sportief, ook al had de zelfbenoemde Juventus-fan liever een Turijner voorin gezien. Maar daarvoor moet de kwakkelende recordkampioen eerst de weg terugvinden naar zijn gebruikelijke manier van winnen. Juve-talent Fabio Miretti won immers de titel “Beste Italiaanse Golden Boy”. Natuurlijk kan de Turijnse krant niet helemaal zonder Juventus.
Nadat José Mourinho en Carlo Ancelotti de coachingstrofeeën hadden gewonnen, Paolo Maldini de beste sportdirecteur, pakte Karim Benzema de “Gouden Speler Man”, een titel die elke Austin Powers-film eer aan zou doen. Tot slot was er een vleugje Duitsland in de persoon van Wolfsburg’s Jule Brand als “Beste Europese Gouden Meisje”.
En toen het vlaggenschip van Sicilië, Pasta alla Norma, wenkte vanuit de kamer ernaast en de zon de zee bleef strelen, was ook in Palermo alles op de een of andere manier een paar minuten “goud”. Het is natuurlijk allemaal een luchtbel van slordigheid hier in het zuiden. Goedverdienende golden boys van topclubs, een topherberg die, luisterend naar het luide, brede foyer getjilp, duidelijk alleen welgestelde Amerikanen zich kunnen veroorloven (prijs per nacht rond de 600 euro) en rond 15.00 uur vertrokken de nationale en internationale journalisten weer naar het noorden, westen en oosten.
De Palermitani blijven, net als de problemen met 7,3 procent van de stad, onder de armoedegrens. En uiteindelijk was het misschien de verkeerde setting voor golden boys en de voetbalbubbel ver van de werkelijkheid.