De FIFA en de verschillende spelersmakelaarsverenigingen vechten met hand en tand over de nieuwe regels, die makelaars miljoenen zouden kosten. Maar wat vinden clubvertegenwoordigers er eigenlijk van?
Het antwoord: het is zwart noch wit. “De hoofd juridisch adviseur van Bundesliga koploper Bayer 04 Leverkusen trekt de volgende conclusie: “In dit opzicht is het zeker zinvol om na te denken over het reguleren van de markt. De vraag is alleen hoe sterk die gereguleerd moet worden. De huidige FIFA-reglementen voorzien in strenge kortingen voor spelersadviseurs. Dit bergt het gevaar in zich dat adviseurs op zoek gaan naar workarounds en mazen in de wet om vervolgens steeds vaker transfers uit te voeren met clubs die in dergelijke praktijken meegaan.”
Ontduikingsmodellen zijn ingeburgerd
De recente geschiedenis onderstreept de stelling van Küpper. Toen de FIFA in de jaren 2010 bijvoorbeeld de statuten Third-Party Ownership (TPO) en Third-Party Interest (TPI) invoerde, regels die moesten voorkomen dat individuele profvoetballers de speelbal zouden worden van derden zoals investeerders, ontstonden er al snel ontwijkingsmodellen. Eén zo’n model is de exclusieve agentuurovereenkomst. Dit stelt agenten in staat om bij een uitgaande transfer een veilige vergoeding overeen te komen met een club – zelfs als de contractuele relatie tussen de voetballer en de adviseur niet meer bestaat. Een grotendeels risicovrije business die zeer lucratief kan worden als de speler zich naar de top van zijn kunnen ontwikkelt.
Küpper promoot pragmatisme
Onlangs zijn de vergoedingen van makelaars voor internationale transfers opnieuw sterk gestegen. Met de invoering van de nieuwe regels voor adviseurs (FFAR) wil de FIFA opnieuw een licentie invoeren en vooral de commissies beperken tot 6 procent – wat agenten aanmoedigt om naar de rechter te stappen. In deze context is Küpper voorstander van meer pragmatisme: “Een regeling die meer in lijn ligt met de huidige marktstandaard en daardoor tot minder weerstand van adviseurs zou hebben geleid, zou misschien zinvoller zijn geweest.”
Last resort ECJ?
Om juridische geschillen te voorkomen. Daarom zijn de regels in Duitsland voorlopig opgeschort totdat het Oberlandesgericht Düsseldorf eind januari 2024 het beroep behandelt. De situatie is vergelijkbaar in Spanje en Engeland. “Er lopen momenteel rechtszaken tegen de nieuwe FIFA-regels in heel Europa en daarbuiten”, legt Küpper uit. “Uiteindelijk zal het Europees Hof van Justitie waarschijnlijk moeten beslissen of de regels rechtmatig zijn of niet. Maar dat zal tijd kosten. Tot die tijd dreigt er chaos omdat de regels in sommige landen wel en in andere niet van toepassing zijn. Dat kan niet in de geest van goede regelgeving zijn.”