Inter kwam zaterdag als beste uit de strijd om de Scudetto. De Nerazzurri versloegen Hellas Verona dankzij een overtuigend optreden, vooral in de eerste helft.
Tegen Hellas, dat nog steeds een minimale kans heeft om het internationale podium te halen, was Inter vanaf het begin dominant. Het duurde echter tot de 22e minuut voordat een moment van verandering de langverwachte voorsprong bracht: Perisic – die kort daarvoor Hellas doelman Montipo tot een geweldige redding had gedwongen (18e) – onderschepte de bal op eigen helft en herkende meteen de situatie: de voormalige Bundesliga-prof draaide op de turbo en marcheerde met de bal naar het strafschopgebied van de tegenstander om vervolgens Barella, die ook in positie was gekomen, met een voorzet te bedienen. De 25-jarige international van Italië nam de bal behendig direct met zijn rechtervleugel aan en plaatste de bal onder de lat voor een verdiende voorsprong (22e minuut).
Kort daarna had Correa de score nog kunnen verhogen (26e, te ongeplaatst), maar het was Dzeko die de 2-0 maakte: na een corner van Dimarco viel de bal voor de voeten van de 36-jarige veteraan en hij hoefde de bal alleen maar binnen te schuiven (30e). Voor de pauze kreeg Verona hun enige echte kans, maar Simeone slaagde er niet in te scoren tegen Handanovic.
In de tweede helft deed Inter het wat rustiger aan, maar hield het de wedstrijd onder controle en liet het geen spanning ontstaan. Een aantal wissels (Inzaghi bracht Gosens in, 59e) betekende ook dat het spelverloop te wensen overliet, en de laatste kans voor D’Ambrosio kwam laat in de tweede periode, toen het schot van de 33-jarige net naast de paal werd gekeerd door Montipo, die het tot corner verwerkte.
Maar uiteindelijk was het een comfortabele 2-0 overwinning, waardoor Inter tot zondag op de tweede plaats blijft staan en de achterstand op Milan tot één punt is geslonken.