Francesco Bagnaia, Jorge Martin en Johann Zarco vatten hun Amerikaanse Grand Prix samen en weten dat er nog werk aan de winkel is in de komende MotoGP races
Terwijl Enea Bastianini op de 2021 Ducati van het Gresini Team zijn tweede overwinning van het seizoen behaalde op het Circuit of The Americas in Austin tijdens het MotoGP weekend, vonden zijn collega’s van het Ducati-merk de 2022 versie van de Desmosedici moeilijker.
Jack Miller, die uiteindelijk “slechts” als derde eindigde na lange tijd aan de leiding te hebben gelegen, had zondag zijn race rechtstreeks belicht en in context geplaatst met de opnieuw sterke prestatie van Bastianini. Miller’s Ducati teamgenoot Francesco Bagnaia eindigde als vijfde. De Italiaan had het nog moeilijker dan de Australiër.
“Enea was onverslaanbaar. Zijn tempo was zoveel beter dan dat van alle anderen,” prees Bagnaia Bastianini’s winnende rit, maar merkte ook op: “Maar we moeten niet vergeten dat Marc [Marquez] er ook zeker had ingezeten als hij het probleem bij de start niet had gehad. Waar het op neerkomt is dat ik denk dat Enea de enige was die met Marc had kunnen vechten. “
Bagnaia wil niet onthullen waarom het voor hem niet genoeg was om het podium te halen. Hij wijst erop dat zij nog tijd nodig hebben om de GP22 voldoende te begrijpen. Om dit te bereiken moet er tijdens de trainingen intensiever aan de opstelling worden gewerkt.
“Jack liet een sterke race zien. Hij was constant snel vanaf het begin. Ik, aan de andere kant, had een paar moeilijkheden. Ik denk dat we gewoon meer weekends zoals deze nodig hebben, waarin we consequent kunnen werken en dingen kunnen begrijpen,” zegt Bagnaia, maar is ervan overtuigd “dat we stap voor stap weer sterker zullen worden.”
Was het nog genoeg voor Bagnaia om in de top vijf te eindigen tijdens het USA weekend, pole setter Jorge Martin op de 2022 Ducati van het Pramac team eindigde slechts als P8. “In het begin probeerde ik de banden te sparen. Ik was erg sterk in de eerste en vierde sector. Maar op de rechte stukken verloor ik regelmatig tijd. Op het einde waren mijn banden helemaal op. Daar moeten we even naar kijken,” zei de Spanjaard vrij kortaf.
Johann Zarco, die vlak achter teamgenoot Martin als negende eindigde, klinkt erg vergelijkbaar: “Het was een erg moeilijke race. Ik had een goede start en een hele goede beginfase. Ik had een goed gevoel, maar ik kon het tempo niet aanhouden voor het podium. Ik heb problemen met de achterband. En als je wat meer problemen hebt dan de anderen, word je aangevallen.”
“Ik maakte een paar fouten in een poging om bij te blijven, wat me extra tijd kostte”, vertelde Zarco, “De slotfase was echt moeilijk omdat de motor veel bewoog. Ik zat ook lichamelijk aan de limiet. Dat was zeker de meest vermoeiende race van het jaar. Gezien alle omstandigheden, ben ik blij dat ik negende ben geworden. “
“Ik heb veel geleerd in deze race en veel informatie verzameld die we nu moeten evalueren in het team. Het is duidelijk dat we momenteel wat tekort komen om het nodige tempo in de race langer vol te kunnen houden,” zei Zarco.
