Wie lijdt het meest onder de verplichte kostenlimiet, volgens Formule 1-ontwerper Adrian Newey, en waarom een Red Bull-ingenieur al is opgestapt
Adrian Newey vindt de budgetlimiet in de Formule 1 zinvol, maar erkent ook “verborgen nadelen”, zoals hij uitlegt in een interview met Auto Motor und Sport. Wat de autodesigner het meest dwarszit: “Het feit dat Formule 1 niet langer de best betaalde industrie is.”
Newey heeft het expliciet niet over zichzelf als senior medewerker, maar over de gewone teamleden. In het verleden werden deze vaak weggekaapt door andere Formule 1-raceteams. “Nu verliezen we ze aan technologiebedrijven, omdat die beter betalen. Of aan WEC-teams omdat die aantrekkelijkere salarissen bieden,” zegt Newey.
Blake Hinsey, voormalig ingenieur bij Red Bull, bevestigt deze ontwikkeling. Hij is ook overgestapt naar het World Endurance Championship (WEC). Zijn reden: “24 raceweekenden waren te veel voor me. Ik ben gestopt toen er nog 21 Grands Prix waren, omdat ik een leven wilde hebben.” Het WEC biedt hem “zoveel meer” met minder raceweekenden.
Onlangs sloeg hij een comeback-aanbod af: “Het maximumsalaris voor de rol van race-engineer in de Formule 1 was minder dan het bedrag dat ik vorig jaar in het WEC kreeg als parttime performance engineer voor een LMDh-team.”
Hinsey geeft de teambazen de schuld van deze tekortkoming en uit kritiek: “Het irriteert me echt dat de Formule 1, de FIA en de teams de sport aan het verpesten zijn – alleen maar omdat het Formule 1 is.”
Newey roept op tot meer technische vrijheid
Newey waarschuwt de beleidsmakers ook voor de gevolgen: De Formule 1 loopt het risico met lege handen te komen staan als het gaat om de volgende generatie ingenieurs. “We hebben moeite om afgestudeerden aan te trekken omdat de Formule 1 het zich niet langer kan veroorloven om de meest lucratieve industrie te zijn,” legt hij uit.
Als de Formule 1 zichzelf al in een (te) strak financieel korset dwingt, moet het elders meer vrijheid creëren, eist Newey: “De angst dat hogere uitgaven een team naar de ondergang zullen drijven, is theoretisch verdwenen met de budgetcap en een vast ingenieursbudget.”
“Daarom zou je op dit moment eigenlijk de technische regels moeten versoepelen in plaats van ze steeds verder aan te scherpen. Maar helaas gebeurt dat niet.”
Dit alles zou meer Formule 1-werknemers kunnen aanmoedigen om te vertrekken. Hinsey ziet het World Endurance Championship wel zitten: “Ik kan daar op het circuit en in de fabriek veel meer doen dan in de Formule 1, en ik hou van de uitdaging.” Hij is dan ook “klaar” met de Formule 1.