De zes-seconden-regel voor keepers wordt zelden of nooit toegepast in het voetbal. Daarom zou er binnenkort een nieuwe regel kunnen worden ingevoerd om keepers consequenter te straffen
De International Football Association Board (IFAB) test momenteel een nieuwe regel die keepers acht seconden geeft om de bal in hun handen te houden.
Op dit moment bepaalt de regel dat een keeper de bal maximaal zes seconden met zijn hand mag vasthouden. Als hij deze tijd overschrijdt, moet de tegenstander een indirecte vrije schop krijgen in het strafschopgebied.
Hoekschop in plaats van vrije schop
In de praktijk wordt deze regel echter zelden toegepast. Zo werd op één speeldag in de Bundesliga in 2015 bijna 50 procent van alle gevallen waarin een indirecte vrije schop toegekend had moeten worden – dat waren bijna 60 indirecte vrije schoppen op de 14e speeldag van de Bundesliga in het seizoen 2015/16, die Sky destijds onderzocht – niet nageleefd.
De straf voor de overtreding is echter extreem hoog, wat waarschijnlijk een van de belangrijkste redenen is waarom de regel niet wordt toegepast. Daarom wil de IFAB er nu aan werken. In de toekomst heeft de keeper acht seconden om de bal weg te werken. Anders krijgt de tegenstander een hoekschop in plaats van een vrije trap.
IFAB: “Voorkomen of inperken van tijdverlies”
De nieuwe regels bepalen dat de scheidsrechter met zijn hand het aftellen van vijf seconden tot nul moet aangeven. De keeper krijgt een verbale waarschuwing voor de eerste overtreding en een gele kaart voor elke volgende overtreding.
De regel wordt al uitgeprobeerd in de Engelse Premier League 2, waar de jeugdteams van de topclubs in Engeland spelen. Volgens de IFAB kan de “systematische handhaving van het verbod op te lang vasthouden van de bal” in combinatie met een voortzetting van het spel waarbij de tegenstander geen al te groot voordeel behaalt, “tijdverspilling voorkomen of op zijn minst indammen”.