Emotioneel interview met Ralf Schumacher: Waarom hij als kind niet veel met Michael speelde en waarom hij zich vandaag de dag soms ergert aan Jean Todt
Op de tiende verjaardag van het ernstige ski-ongeluk van zijn broer Michael wenst Ralf Schumacher zijn familie wat rust toe: “Het zou wenselijk zijn”, zegt hij, “dat mensen niet zo vaak vragen”, vooral rond Kerstmis, omdat het “een heel persoonlijke tijd” is. En: “We hebben in de familie min of meer afgesproken om er geen commentaar op te geven.”
Een principe dat vrienden buiten de familie Schumacher niet altijd even serieus nemen. “Je hoort de hele tijd dingen,” zegt de huidige tv-verslaggever in een interview met zijn werkgever Sky, waarbij hij expliciet “vooral Jean Todt” noemt, de voormalige teambaas van Ferrari en voorzitter van de FIA.
“Het was destijds een grote breuk voor de hele familie”, legt Schumacher uit, die zelfs tien jaar later uitdrukkelijk weigert om commentaar te geven op de gezondheidstoestand van zijn broer. Hij doet een beroep op het publiek en de media: “Na zo’n lange tijd zou het tijd worden om te begrijpen dat je privacy nodig hebt.”
Ook al waren het ski-ongeluk en de gevolgen ervan vooral een ingrijpende ervaring voor de familie, Schumacher begrijpt dat veel fans zich zorgen maken over het lot van zijn broer en graag meer willen weten: “Het is mooi hoeveel mensen aan Michael denken.” Maar: “Sommigen gaan nog steeds een beetje te ver en te dicht bij de familie.”
Michael’s vrouw Corinna Schumacher, “die echt een ongelooflijk sterke vrouw is”, zoals Schumacher erkent, moet worden gecrediteerd met het verdragen van dit en het bij elkaar houden van de familie onder de moeilijkste omstandigheden. En hij benadrukt: “Wat zij doet, en de hele familie, is fantastisch.”
In het interview met Sky geeft de 48-jarige ook zeldzame inzichten in zijn jeugd in Kerpen. Michael was twaalf jaar oud en hij was zes, dus ze “speelden maar beperkt samen”. Door het leeftijdsverschil waren hun interesses gewoon anders, wat pas veranderde toen Ralf ook begon met karten en Michael zoiets als zijn “mentor” werd.
“Hij was echt meer een grote broer die soms op me moest passen, arme jongen! Het was waarschijnlijk ook niet altijd leuk voor hem en de kleine irriteerde hem waarschijnlijk af en toe. Ik kan het me niet meer zo goed herinneren, maar zo is het waarschijnlijk – het is de taak van een klein broertje,” lacht Schumacher.
Van de grindbak in Kerpen naar samen Formule 1: “Wat we hebben mogen meemaken was ongelooflijk geweldig,” zegt Schumacher. Terwijl hij zelf zes Grands Prix won, won Michael er 91, en nog zeven wereldtitels ook. Voor hem was het allemaal “in een compleet andere dimensie”.
Schumacher geeft toe dat zijn recente interview voor een documentaireproject van ARD “prachtige herinneringen” bij hem opriep. En hij voegt eraan toe: “Het is nu een andere tijd en je geniet er anders van.”
Voor de jongste van de twee broers Schumacher is één ding ook duidelijk: “Zonder mijn broer was ik nooit in de Formule 1 beland. Hoe zou ik dat kunnen? Je moet bepaalde connecties hebben. Het kost allemaal veel geld.” Michael en Willi Weber hebben dat voor hem geregeld. “En daar ben ik ze eeuwig dankbaar voor.”
